Amsterdam Marathon
29-10-2023 | 11:13 Uur
Nadat ik dit verhaal al een keer getypt had en het vervolgens niet goed opgeslagen was, is het inmiddels al 2 weken geleden dat het eindelijk zover was: de Amsterdam Marathon!
Deel één van mijn twee marathons tegen Alzheimer. We (Aron, Saar en ik) vertrokken zaterdag al naar Amsterdam, waar we eerst incheckten en daarna richting expo gingen om startnummer en shirt op te halen, ook mijn broertje Coen kwam daarheen. Nog even de laatste voorbereidingstips doorspreken en hij vertrok daarna weer richting huis en wij gingen richting centrum op zoek naar een Italiaan om pasta te eten en daarna op tijd terug naar het hotel voor een goede nachtrust.
Die viel helaas tegen, Saar zette de hele avond onze hotelkamer nog op stelten en ik lag de halve nacht wakker van de menstruatie-rugpijn, dus enigzins gebroken zat ik rond 6:30 uur in de ochtend met mezelf op de badkamer (want Aron en Saar sliepen nog) tegen heug en meug wat pasta naar binnen te werken, ik kreeg het echt niet weg. Met moeite nog twee berliner bollen van de dag ervoor naar binnen geschoven, kleding aan, regenponcho aan en om 7:15 uur zat ik in de lobby op de shuttlebus richting Schiphol te wachten.
Rond 8:00 uur was ik op station Zuid, vanuit daar was het nog een kwartiertje lopen richting Olympisch stadion. Een paar honder meter voor het stadion stond een rijtje dixi's met een rij ervoor van ongeveer 25 mensen, ik besloot toch maar even aan te sluiten, dichter bij het stadion zou het vast nog drukker zijn. In de rij deelde ik ondertussen mijn live locatie, want Coen, zijn vriendin Lucia, mama en Ele waren inmiddels ook daar en ze zochten me op. En ook papa en mijn nichtje Lisa, die heel vroeg vanuit de Achterhoek vertrokken waren, bleken al in de buurt. Zo troffen we elkaar allemaal in de rij voor de dixi's en terwijl we elkaar begroetten, brak de hemel open en begon het te stortregenen, wat al gauw overging in hagel. Maarja, dat toiletbezoekje was toch nodig, dus ik bleef gehurkt in de rij zitten in een poging de poncho ook over mijn schoenen te trekken zodat die droog bleven. Maar helaas, poging mislukt.
Na de toiletbezoekjes schuilen we nog even onder het tankstation en lopen daarna richting het stadion. Coen en ik zitten beide in startwave A oranje, met starttijd om 9:11 uur. Om 8:45 nemen we, na veel succeswensen en knuffels, afscheid van onze supporters en sluiten aan in de rij voor onze ingang.
De rij schuifelt super traag het stadion binnen en onze supporters zitten al veel eerder op hun plaatsen dan wij binnen zijn, tegen de tijd dat we eindelijk naar binnengaan is het startmoment van onze wave al voorbij. Op de trappen in het stadion trekken we onze oude truien en poncho's uit om ze achter te laten. We lopen het stadion binnen, nog even snel een foto en dan gauw doorlopen. Omdat het zo lang duurde voor we binnen waren is er nu geen echt startmoment, dat is vreemd, iedereen begint maar gewoon te lopen. Er zijn geen pacers meer, dus we kijken elkaar aan.. 'Tsja, zullen we dan ook maar gewoon?' En we beginnen te lopen richting de startboog, we zwaaien nog naar onze lieve supporters op de tribunes.
Nan: 'Wacht, misschien moet ik toch m'n veters nog strikken'
Coen: 'hmm, ja mijn schoenen zitten ook wat losjes. Maarja, die voeten gaan toch nog wel zwellen tijdens de marathon.'
Nan: 'Ja, dat is ook zo, laat maar..'
100 meter verder..
Nan: 'Nee, wacht, ik moet ze nog even goed strikken, toch te los'.
Coen: 'Ja, dan ik toch ook nog maar'.
START
Met vers gestrikte veters zijn we er echt klaar voor, we wensen elkaar succes en lopen de startstreep over. Yes, we zijn begonnen. Door de late start, zonder pacers, is mijn strijdplan direct in duigen gevallen. Ik had de pacers van 3:50 willen volgen en kijken hoe lang dat ging, dan had ik vast genoeg speling gehad om onder de 4 uur te eindigen. Maarja, nu heb ik ineens geen plan meer en ga gewoon lekker lopen.
We lopen het stadion uit een straat in, waar wel wat toeschouwers staan te klappen, maar de hoeveelheid publiek is echt weinig vergeleken met Rotterdam. Heh, zou Aron dan toch gelijk hebben gehad toen hij me telkens liep op te stoken dat er in Amsterdam amper publiek is... Een stukje verder lopen we het Vondelpark binnen waar het gelukkig, ondanks het slechte weer, wel vol staat met publiek! Toeschouwers maken muziek, juichen alle lopers toe en hebben geweldige leuzen op borden geschilderd: 'Pain is just the french word for bread' - die moet ik onthouden voor over een kilometer of 35.
Ondertussen is het zonnetje doorgebroken, heerlijk! Ik loop best hard, misschien te hard, maarja ik zit er lekker in, dus laat mezelf maar even gaan. Na het Vondelpark vervolgt de route zich verder door de stad, waar gelukkig echt veel publiek staat, een passage onder het Rijksmuseum. Mijn horloge zoemt, kilometer 5 in 5:14 -pff, nu moet je echt even rustiger gaan lopen, want met dit tempo haal je de finish niet- en ik doe mijn best om me wat in te houden. Na 6 kilometer is het tijd voor een eerste gelletje. Daarna blijf ik alert want ik weet dat Aron en Saar ergens rond kilometer 7 wilden gaan staan, het is zo druk - zowel op de weg met lopers, als met publiek langs de straten - en ik moet echt goed kijken. Terwijl ik ze al voorbij loop vang ik ineens een glimp op en roep Aron! Even zwaaien en lekker door.
Rond kilometer 8 staat de rest van de supporters, zo lief dat ze er allemaal zijn, dat geeft echt een boost als je er net langsloopt. Ik vervolg mijn weg in de stroom van duizenden lopers en al gauw volgt het 10 kilometer punt, dat passeer ik na 54 minuten en 44 seconden. Wauw, ik loop perfect op schema, dit lekker vasthouden! Terwijl ik echt geniet van het lopen, trekken de grijze wolken weer dicht en begint het te regenen. Het doet me weinig en ik hou mijn tempo vast. Bij kilometer 12 is het tijd voor eent tweede gelletje.
Een stuk verder gaan we richting het water, ik weet dat dit stuk komt (in totaal 12, 6 kilometer heen en 6 terug langs de Amstel) en ik denk, laat maar lekker komen. Het is er rustiger qua publiek, maar wel een mooi zicht zo langs het water en ik loop heerlijk in mijn eigen flow. Het 15 kilometer punt na 1 uur en 22 minuten - nog steeds super op schema! Aan de overkant van het water gaan de veel snellere lopers alweer terug. Er staan prachtige villa's langs de route waar men ook enthousiast buiten voor staat om alle lopers aan te moedigen. Voor één van de huizen staat een vrouw, met een kind op haar arm, enthousiast heen en weer bewegen op de muziek en ze komt me ergens bekend voor. Terwijl ik, al denkend waar ik haar van zou kennen, naar haar kijk, kijkt zij naar mijn startnummer en roept: 'Kom op, Nan!' en nu weet ik het - het is Naomi van As. Mentaal geboost door dit grappige moment loop ik verder en zie aan de overkant van het water het 21,1 km punt, wow als ik daar zo loop zit de helft er gewoon al op. Na 18km nog een gelletje en verder genieten. Bij 19km is het keerpunt daar, we lopen in Oudekerk aan de Amstel een brug over en keren om, langs de andere kant van het water terug.
Daar is het 20km punt al, ik loop onder de boog door en mijn horloge laat zien: 1:49:52 - Yes, wat gaat het fantastisch, lekker doorlopen zo! Ondertussen rammelt mijn maag - ai, ik was er al bang voor na dat moeizame ontbijt - en ik besluit bij de volgende verzorgingspost een paar stukken banaan te pakken. Dat is een risico, want dat heb ik nog nooit gegeten tijdens het lopen en weet niet hoe mijn maag daarop gaat reageren. Maar nu al honger echt een slecht teken, dus op hoop van zegen. Er staat eerst drinken, dus pak een beker en twee stukken banaan. Wandel een paar stappen om de banaan weg te kauwen en daarna weg te spoelen met drinken, en nu - hup, gauw weer lopen en je tempo terugvinden. Dat gaat gelukkig makkelijk en daar is het halve marathon punt al! In 1:56:05 - echt super dit!
De kilometers daarna schijnt de zon weer en zit ik heerlijk in mijn ritme, bij 24 kilometer nog een gel en dan passeer ik het 25km punt alweer; 2:17:36 - whoehoe, lekker vasthouden! Ik kus mijn vergeet-mij-niet armbandje, zo zijn opa en oma de hele weg een beetje bij me en daar loop ik voor. Vlak daarna is het stuk langs de Amstel voorbij en lopen we weer straten door. De zon schijnt alweer een tijdje en weerkaatst nu op het natte wegdek, het is verblindend en ik hoor wel dat er veel publiek staat, maar zie er weinig van. Ondertussen voel ik me misselijk -heh, was die banaan toch een slecht plan- ik probeer het te negeren en gewoon door te lopen, maar die hele lekkere flow waarin ik lang liep ben ik kwijt.
Ik loop door, maar het kost wat meer moeite. Na een kilometer of 27 hoor ik mijn naam en rent mijn vader ineens naast me, dat geeft weer wat energie. En iets verder staat iedereen, Aron en Saar hebben de rest ondertussen ook gevonden en ook Thomas is nog helemaal naar Amsterdam gekomen een aangesloten! Zo lief en dat ze er allemaal staan geeft een boost - kom op, dat wat mindere gevoel van net proberen los te laten en weer terug in je tempo komen, spreek ik mezelf toe. Terwijl ik mezelf nog even oppep hoor ik achter me mijn vader de naam van mijn broertje roepen. Ah, dan zit Coen echt vlak achter me.
Ik zat al te wachten tot het moment zou komen, hij mag dan 7 jaar jonger zijn en zijn eerste marathon lopen, maar met zijn mega lange benen, slanke bouw en bijna 2 meter zal hij me er ook op deze afstand met gemak uitlopen. En ja hoor, ik voel een hand op mijn schouder, Coen zegt 'Kom op, kleine zus!' en gaat me voorbij. Hij loopt soepel en verdwijnt langzaam in de deinende menigte lopers voor me.
Die hele soepele flow ben ik kwijt, maar mijn oppepsessie hielp wel wat en ik loop door. Op naar het 30km punt, daar kom ik aan na 2:45:44 en dan begint het rekenen. Super netjes gelopen, maar ik voel me vermoeider - dus als ik nu door blijf lopen op 6 min per kilometer dan moet ik het redden onder de 4 uur. Prima tactiek, nog een gelletje erin en let's do it, op naar het zwaarste stuk!
Ik loop door en alle kilometers lukken nog onder de 6 minuten, ondanks dat mijn benen elke kilometer zwaarder worden, geeft het hoop en kracht. Tot kilometer 34, mijn horloge zoemt: 6:02 - nog steeds prima Nan, maar scherp blijven. Ik passeer het 35 kilometer punt na 3 uur en 15 minuten. Nog 45 minuten voor 7 kilometer, en ja die 200 meter ook nog - dit kun je Nan! - maar nog 7 kilometer, pffffff, ik ben echt kapot - het gevecht is nu echt begonnen.
Het gevecht van een lichaam dat niet meer wil, leeg begint te raken en een mentaal gevecht - tussen die twee ikjes. Die ene die wil naar dat lichaam luisteren en stoppen met rennen, maar die ander, die hele sterke, die zegt je móét door. Blijven rennen, verstand op nul en je ene voet voor de andere blijven zetten tot je voorbij die finish bent. Denk aan opa, en aan oma, daar loop je voor!
Kilometer 36 zit erop en mijn horloge zoemt: 6:11 - kak, nu zakt mijn tempo wel heel erg in. Tijd voor het laatste gelletje, hopelijk doet het nog iets. En nu proberen toch nog een heel klein tandje bij te geven. Ik zwoeg door, kilometer 37 loop ik 1 seconde onder de 6 minuten. Prima volhouden dit, dan ga je het gewoon redden onder de 4 uur! Het boost me en ik loop kilometer 38 zelfs weer in 5:46. We lopen weer richting Vondelpark, eindelijk. Dat Vondelpark nog door en daarna is het niet meer ver naar Olympisch stadion. Maar pfff, nog 4 kilometer dat is echt nog heel ver en ik kan niet meer. Ik kom langs een verzorgingspost en wandel even, mijn benen kunnen echt niet meer. Ik pak twee bekers AA drink, wandel nog even in de hoop dat mijn ademhaling en hartslag even iets zakken en probeer weer verder te lopen.
Kilometer 39 in 6:19 - pff Nan, doe normaal. Niet nu alles nog verspelen, je moet weer rennen, anders red je het niet! Terwijl het publiek joelt langs de kanten, doe ik mijn ogen dicht en probeer alle kracht die nog aanwezig is naar mijn benen te duwen, ze moeten blijven gaan. Kom op! En ik probeer mijn ene been weer ritmisch voor mijn andere te zetten. Het kost alle energie die ik nog heb, maar bij kilometer 40 zoemt mijn horloge weer: 5:39. Yes, goed zo!
Stomme bijkomstigheid is dat op zo'n officieel marathon parcours de afstand is gebaseerd op de snelste lijn over het parcours en die loop je natuurlijk nooit met zoveel mensen tegelijk. Dus loopt geleidelijk je 'werkelijk gelopen afstand' steeds iets verder voor op de officiele afstand, omdat je elke kilometer wel wat extra meters pakt. Dus terwijl mijn horloge allang kilometer 40 heeft gezoemd, komt dat 40km bord maar niet - waar blijft het nou?! De tijd tikt maar door natuurlijk en het zijn wel de officiele borden die tellen en de echte afstand tot de finish aangeven. Ik kan echt niet meer en begin duizelig te worden, zie zwart voor m'n ogen en moet wandelen omdat ik bang ben om out te gaan - ik loop een stukje aan de zijkant en loop hardop te vloeken.
Eindelijk zie ik het officiële 40km bord en begin weer te draven, ik bijt heel hard op mijn handen, het doet zeer, maar zo voel ik de rest van de pijn in mijn lichaam niet en bewegen mijn benen zich weer langzaam voort. Er komt nog een laatste waterpost, ik wandel weer, drink 3 bekers water. Bijt in mijn andere hand en probeer weer te rennen. Maar weer binnen een mum van tijd is alles zwart voor mijn ogen. Ik probeer te blijven rennen met mijn ogen dicht. Maar moet weer wandelen, anders lig ik zo naast het parcours. Ik huil, vloek, bijt op de binnenkant van mijn wangen. Bijt weer in mijn handen. Ik ben zo boos, zo boos, dat mijn lichaam niet meer wil. Zo ren-wandel-ren ik door tot mijn horloge km 41 zoemt in 6:41. Ziedend ben ik op mezelf! Je gaat die sub4 tijd nu echt nog verspelen, wat een loser, kom je straks in 4:01 over de finish. Alles voor niets. Ik ben zo boos dat ik tegen mijn eigen hoofd sla, weer in mijn handen bijt en weer ga rennen. Ik schreeuw hardop tegen mezelf: JE MOET BLIJVEN LOPEN, JE MOET. ANDERS HAAL JE HET NIET!
Twee lopers voor me kijken om, wat moet dit raar zijn, ze denken vast die meid is gek. Maar de ene zegt 'ja, goed zo, blijven lopen' en ik probeer achter ze te blijven lopen om zo hun tempo te volgen. Ik loop weer met mijn ogen dicht. We lopen het Vondelpark uit, ik passeer het officiële 41km punt, mijn horloge laat zien 3:53 nogiets - fuck, je MOET blijven rennen Nan. Bijtend op mijn handen, met mijn ogen dicht, schrapen mijn voeten zich voort over het wegdek. Van het publiek krijg ik amper nog iets mee. Alles is één zwarte waas, ik duizel over de weg. Moet op een gegeven moment weer even lopen om niet om te kiepen, ik drentel langs een dranghek om mezelf overeind te houden. De zon schijnt weer, als ik af en toe mijn ogen open doe is het verblindend. Soms hoor ik mijn naam door de waas heen waarin ik verkeer, mensen proberen je toch aan te moedigen. Voor mijn gevoel duurt elke 100 meter een eeuwigheid, waar blijft dat Olympisch stadion?! Als ik mijn ogen even open is het nog in geen velden of wegen te bekennen en de tijd tikt door, 3:56 op mijn horloge. Hoe kan ik ooit nog onder de 4 uur eindigen als ik dat stadion nog niet eens kan zien... Ik loop weer en ik huil, want ik haal het niet meer. Maar dan staat er ergens een bord met nog 500 meter langs de weg. 500 meter is nog een halve kilometer, als ik ren dan moet ik dat kunnen in 3 minuten. Dus je moet. JE MOET. NU. RENNEN. En ondanks dat ik nog steeds geen stadion zie ren ik weer, ogen dicht en blijven gaan.
En dan gaan we een hoek om, daar zie ik het stadion - ogen weer dicht om te blijven lopen. Tussen de vlaggen door, het stadion in. Kom op Nan, een half rondje, dat is nog maar 200 meter. 3:57:nogwat zegt mijn horloge en ik kan het nog niet geloven. Ik moet blijven rennen, met mijn ogen dicht want ik ga zo zo zo diep. Een paar meter voor de finish doe ik mijn ogen open en ik kan het niet geloven, doe mijn armen in de lucht en passeer de finishlijn!
Ik druk mijn horloge uit - kan niet meer zien wat voor tijd erop staat. Ben helemaal zwart voor mijn ogen en val bijna om. Coen staat voor me en vangt me op. Iemand in rood pak komt aangesneld en vraagt of ik nog kan lopen. 'Nee' hijg ik en in een split second staat er een rolstoel achter me waar ik in val. Ik kan mijn eigen hoofd niet eens omhoog houden en zie nog steeds meer zwart dan iets anders. Ze rollen me een tent in en helpen met met 2 man op een stretcher waar ik weer op adem kom. Nog steeds hijgend vraag ik om drinken en ze geven me een flesje AA. Iemand komt mijn temperatuur opnemen, erg warm en ze willen me naar een andere tent verplaatsen. Daar zit ik helemaal niet op te wachten 'Geef me heel even, een paar minuten en nog meer drinken, dan gaat het vast wel weer'. Coen zit gelukkig ook in de tent en het idee dat hij erbij is, maakt dat ik het na een paar minuten wel weer aandurf. Na even wankelen lukt het weer om op eigen benen te staan.
We strompelen de tent uit en komen weer uit net achter de finish, waar we in de menigte net gefinishte lopers mee gaan. Eindelijk die medaille ophalen! En daar pas komt het binnen - ik heb het gewoon gedaan. Ik huil en schreeuw en voel euforie door mijn hele lichaam. Coen wijst naar boven en daar staan onze supporters te juichen!
We krijgen onze medaille omgehangen, een warmtesheet omgehangen, want inmiddels is de zon weer weg en we stromen mee in de menigte het stadion uit. We kijken elkaar aan: yes, op zoek naar de plek waar we onze medaille kunnen graveren - zodat we daarna zo snel mogelijk ergens neer kunnen strijken.
We laten onze medaille graveren, medaille afgeven, doorlopen naar de achterkant en dan krijg je daarna je medaille weer terug. Terwijl ik sta te wachten sta ik even alleen. En dan komt het binnen, ik heb het gewoon gedaan - ik denk aan opa en oma - en hoe zwaar het was, maar dat gevoel van trots overheerst en ik laat mijn emoties even gaan. Wachtend op mijn medaille, stromen de trangen over mijn wangen.
Al snel daarna klinkt het 'Nan!' - ja, dat ben ik. En ik krijg mijn medaille terug, bekijk wat erop staat: wauw, officiële tijd 3:58:53.
Dat snelle broertje natuurlijk een nog geweldigere tijd, wat een super eerste marathon heeft hij gelopen! Mega trots op Coen!
We lopen richting marathon expo, waar we de dag ervoor onze startnummers hebben opgehaald. Daar zijn kleedkamers, douches en een sportcafé. Alles wat we nodig hebben en lekker dichtbij.
Ik ga even douchen en de rest probeert ondertussen een tafel in de soort van kantine te bemachtigen. Enigzins opgefrist, maar met overal pijnlijke schuurplekken, twee tenen die er nog niet niet afvallen en een lichaam dat overal zeerdoet plof ik neer op een stoel. Tijd voor een welverdient biertje, heerlijk even nakletsen met al onze geweldig lieve supporters.
Wat ben ik trots, dankbaar en het euforische gevoel voert de boventoon!
De derde keer dat ik deze afstand heb overwonnen en eindelijk onder de 4 uur.
Een marathon blijft iets magisch. Jezelf zo erg tegenkomen onderweg, maar het toch overwinnen om je vervolgens geweldig te voelen. Om er vervolgens nog een week enorm veel ongemakken en pijn van te ondervinden, maar toch alweer zin hebben in een volgende. Oké, misschien moet je er ook een beetje gek voor zijn, komt goed uit, want dat ben ik wel volgens velen :)
Op naar de volgende, Rotterdam in april.
Voor Opa en tegen Alzheimer.